Laat werkgever stamrecht voor 15-11-2013 uitbetalen
Indien dit jaar nog een stamrecht moet worden geregeld, dan is het verstandig om te regelen dat de werkgever cliënt het bedrag voor 15 november 2013 heeft overgemaakt.
Daarmee kan worden voorkomen dat het stamrecht bij een volledige opname in 2014 niet meer voor slechts 80% (zonder heffing van revisierente) in de box-1-heffing wordt betrokken. Dit geldt ongeacht waar het stamrecht wordt ondergebracht (bij de ex-werkgever in eigen beheer, bij een bank, een beleggingsinstelling, een verzekeringsmaatschappij of in een eigen stamrecht-bv).
Het kabinet geeft in de nota naar aanleiding van het verslag bij het Belastingplan 2014 aan dat het zogenaamde anticipatie-effecten als gevolg van deze wetswijziging zoveel mogelijk wil voorkomen. Van anticipatie-effecten is bijvoorbeeld sprake als gedwongen ontslagen 'naar voren worden gehaald” of als op 1 januari 2014 ingaande ontslagen gedateerd zullen worden op 31 december 2013.
Het kabinet merkt hierover het volgende op:
'Voor de toepassing van de 80%-regeling wordt geregeld dat naast het ineens beschikken over de aanspraak ook vereist wordt dat de werkgever het ter financiering van het betreffende recht op periodieke uitkeringen verschuldigde bedrag voor 15 november 2013 heeft overgemaakt. Voor het overige blijft gelden dat op de op 31 december 2013 bestaande aanspraken de op die datum bestaande bepalingen met betrekking tot de stamrechtvrijstelling van toepassing blijven. Voor de kwalificatie als een bestaande aanspraak is van belang of de aanspraak reeds op 31 december 2013 voldoende bepaald is en aan de wettelijke voorwaarden voor de toepassing van artikel 11, eerste lid, onderdeel g, van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964) voldoet. De datum waarop het ontslag plaatsvindt is derhalve niet de beslissende factor.”

Wat voorts nog van belang is, is dat de afschaffing van de stamrechtvrijstelling tot gevolg heeft dat ontslaguitkeringen in één keer belast worden op het fiscale genietingsmoment van de aanspraak of uitkering. Daardoor kan een piek ontstaan in het verzamelinkomen van de ex-werknemer die tot verlies van toeslagen in dat jaar kan leiden. Ook in de jaren daarna, als de ontslaguitkering na betaling van belasting niet meteen wordt besteed, kan het resterende bedrag in box 3 tot verhoging van het verzamelinkomen leiden (voor zover het vermogen in box 3 het heffingsvrije vermogen te boven gaat).
Voor wat betreft de toeslagen merkt het kabinet op dat deze zijn bedoeld als een tegemoetkoming voor mensen met een laag verzamelinkomen die een steuntje in de rug van de overheid kunnen gebruiken. In de situaties waarin het inkomen om welke redenen dan ook voldoende is, is de tegemoetkoming niet meer noodzakelijk. Het kabinet ziet daarom ook onvoldoende redenen om de gevolgen van een eenmalige ontslaguitkering voor toeslagen te mitigeren en af te wijken van het uitgangspunt dat de hoogte van het fiscale verzamelinkomen de maatstaf is voor wat betreft de voor de toeslagen in aanmerking te nemen draagkracht.
Zoeken in publicaties
  
Archief
2012 (16)
2013 (53)
2014 (89)
2015 (104)
2016 (94)
2017 (65)
2018 (52)
2019 (20)
2020 (10)
2021 (0)
2022 (0)
2023 (0)
2024 (0)